Studenten in dit traject, sluiten voor stage aan bij de derde opleidingsfase. Hier ligt het accent op het zelfstandig functioneren in een klas en in een school tijdens een lange stage in het 2e semester.
De student integreert de verworven competenties uit de 4 kernbegrippen (krachtige leeromgeving, pedagogisch klimaat, reflectie, attitudes en communicatie) van het leraarschap en heeft aandacht voor het bevragen en bijsturen van het eigen functioneren. De student toont aan dat hij zorgbreed kan werken en streeft naar een innoverende aanpak.
Daarnaast functioneert hij echt mee als lid van het schoolteam en voert hij op zijn stageschool clusteractiviteiten uit in samenspraak met de stageschool (toezicht, overleg, teamondersteuning…). Vanuit de opleiding wordt de student begeleid door de beide vakdocenten en door een stagebegeleider. Onder leiding van de stagebegeleider blikken studenten tijdens supervisie samen terug op successen en wordt er ruimte gemaakt om ervaringen te delen en inspiratie op te doen om nog te kunnen groeien in de speerpunten.